In deze eerste blog kun je mij leren kennen en lees je over het begin van de praktijk. Ook leer je over het begin van onze reflexen, namelijk over het ontstaan van ons veiligheidsgevoel al vanaf het moment dat een embryo in de baarmoeder uitgroeit tot een baby die klaar is om geboren te worden.
Vind ik het spannend om dit te schrijven? Eh, ja best wel… Waarom? Nou, omdat een blog vaak ook een persoonlijke touch heeft en ik vind het best spannend om mijn persoonlijke leven met jullie te delen. Hoe wordt de blog ontvangen? Wat vinden jullie ervan? Maar goed, ik vind het zelf ook altijd erg leuk om het persoonlijke in een blog terug te lezen, dus dan moet ik er zelf ook maar aan geloven.
Verder is een blog waardevol voor mij wanneer er kennis en weetjes in gedeeld worden. Nieuwe informatie die ik kan betrekken op mijzelf, mijn gezin of op mijn omgeving. Op zoek naar herkenning misschien ook wel. Dus dat is wat ik jullie als lezers wil meegeven. Persoonlijke verhalen, verhalen vanuit mijn praktijk en natuurlijk de nodige kennis.
Maar allereerst lijkt het mij een goed idee dat ik mij even voorstel. Leuk voor de beeldvorming en het leest fijn. Ik ben Maureen de Roos, getrouwd met mijn man Mark en samen hebben wij drie kinderen. Fleur (4 jaar), Joep (3 jaar) en Gijs (4 maanden). Wij wonen in de Achterhoek, in Lintelo in het buitengebied van Aalten. We hebben een hond, een paard en een pony, een paar konijnen en een paar kippen. Het is een gezellige beestenboel dus. Mijn man is zzp’er in de bouw en tot drie jaar geleden heb ik zelf als verpleegkundige in de wijk en op afstand gewerkt.
Ik was pas bevallen van onze zoon Joep en wij merkten al vrij snel dat dit even andere koek was dan toen onze dochter Fleur geboren werd. Waar Fleur een hele tevreden baby was en we volledig op onze roze wolk zweefden, voelde Joep zich helemaal niet lekker. Hij huilde veel, of eigenlijk moet ik zeggen ‘krijste’, het ging door merg en been. Hij sliep niet, je zag dat hij pijn had en van een tevreden baby was totaal geen sprake. Het was zwaar, zowel voor ons als voor hem. In de weken daarop werd het nog niet echt beter en inmiddels was de zoektocht gestart waar hij toch last van zou hebben en hoe we hem konden helpen. Ondertussen kwam ook het einde van mijn verlof in zicht en moest ik weer als verpleegkundige aan het werk.
Iets waar ik totaal niet op zat te wachten. Punt één: ik wilde mijn niet-slapende, krijsende baby niet achter laten bij een gastouder die nog meer te doen had dan zich bekommeren om een ‘huilbaby’. En punt twee: ik was kàpot. Ook als Joep niet bij me was, hoorde ik het gekrijs. Het was gekmakend, het had zijn weerslag op mijn functioneren. Al snel was de knoop doorgehakt. Ik stopte met mijn werk, in ieder geval voor nu. En tegen de tijd dat we in rustiger vaarwater zouden komen, zouden we wel zien hoe het verder liep. En dat is het begin van mijn praktijk.
Na een lange zoektocht die we vooral zelf hebben moeten lopen, wisten we waar Joep last van had en hoe we hem konden helpen. (Ik ben er trouwens van overtuigd dat geen enkele baby zomaar veel huilt of nauwelijks slaapt, dus ik adviseer elke ouder die hier tegenaan loopt niet bij de pakken neer te gaan zitten en actie te ondernemen.) Wat ik in die tijd erg miste, was iemand die antwoord had op mijn vragen. Voor mijn gevoel waren wij zelf het wiel aan het uitvinden. Maar het kon toch niet zo zijn dat onze baby de enige was met deze klachten?
Toen Joep lekkerder in zijn vel ging zitten (en ik daardoor dus ook), een vrolijke baby werd en lekker kon slapen, kwam alsof het zo moest zijn een opleiding voor slaap- en onrustcoach op mijn pad. Ik wist meteen dat dit iets was wat ik moest doen. Het voelde als een puzzelstukje die op zijn plek viel. Op deze manier kon ik andere ouders helpen die in hetzelfde schuitje zaten. Hoefden zij niet ook nog eens het wiel uit te vinden. Dus ik heb me diezelfde avond aangemeld en voor ik het wist was ik al bezig met de eindcase van de opleiding.
Toen ik eenmaal aan de slag ging in mijn praktijk en verschillende baby’s en kindjes voorbij had zien komen, zag ik steeds vaker dat onrust (en daardoor niet kunnen slapen) soms zoveel dieper zat. Dat het niet altijd een oorontsteking, een verschoven werveltje, een kramp of reflux was, maar dat er dieper in die lijfjes wat aan de hand was. Iets dat in de weg zat, waardoor het lijf niet kon slapen terwijl het brein daar maar wat graag aan toe was. Maar hoe kwam ik daarbij? Ik hoorde het een en ander over reflexintegratie. Het triggerde me en toen ik me er verder in verdiepte leek het antwoord te geven op de onrust die ik zag bij mijn patiëntjes. Ik besloot de opleiding voor reflexintegratie te gaan volgen. Sindsdien bestaat het grootste deel van mijn consulten uit het integreren van reflexen. Ik zie kinderen van alle leeftijden en ook (jong-)volwassenen zijn van harte welkom. Het is zo’n mooie, fijngevoelige methode die al heel snel zijn vruchten af kan werpen.
Iedere baby die geboren wordt, beweegt over het algemeen reflexmatig. Reflexen die in het lijfje aanwezig zijn, maken dat de baby beweegt. Deze reflexen zijn nodig. Ze zorgen er namelijk onder andere voor dat we veilig zijn in de baarmoeder, dat we geboren kunnen worden, dat we veilig zijn buiten de baarmoeder en dat we elke keer dat stapje verder kunnen in onze ontwikkeling. De reflexmatige, ongecontroleerde bewegingen worden op den duur gecontroleerd, de baby kan zelf de beweging maken en het reflex is niet meer nodig. Beweging is dus essentieel om te ontwikkelen. Soms zie je dat een baby-reflex niet integreert of dat een levenslang reflex niet ontstaat. Dit kan komen door problemen of factoren in de fase van ontstaan/zwangerschap, tijdens de geboorte, na de geboorte of door een combinatie van (stressvolle) factoren.
Bij reflexintegratie gaat het erom dat de (vaak storende) reflexen die nog aanwezig zijn in ons lijf door middel van ritmische bewegingen geïntegreerd worden, waardoor onze ontwikkeling zowel fysiek als mentaal vooruit kan. Reflexen kunnen namelijk dermate storend zijn dat ze onze ontwikkeling belemmeren of tegengaan. Dit kun je in van alles tegenkomen, echter vaak komt het tot uiting wanneer kinderen naar de basisschool gaan. Het begint al bij ons gevoel van veiligheid, onze nummer één basisbehoefte. Een gevoel dat zich ontwikkeld wanneer onze ‘veiligheids-reflexen’, de Fear Paralysis Reflex en de Moro-Reflex, geïntegreerd zijn. Het zijn reflexen die als eerste aanwezig zijn bij ons als baby, al vanaf een paar weken na de conceptie. De Fear Paralysis is het reflex dat ons als embryo in de baarmoeder laat terugtrekken of bevriezen bij ‘gevaar’.
Dit kan fysiek gevaar zijn, zoals een aanraking bijvoorbeeld, maar ook mentaal gevaar, zoals bijvoorbeeld (emotionele) stress bij de moeder. Deze reflex geeft ons de basis voor het begrijpen wanneer we veilig zijn en het mooie is dat deze reflex alle fasen al doorloopt vóór de geboorte. Daarna transformeert de Fear Paralysis in de Moro. Ons veilig voelen is nodig wanneer we nieuwe dingen willen leren, wanneer we willen ontwikkelen, wanneer we willen functioneren. Voelen we ons niet veilig, dan is ons brein niet of verminderd in staat om nieuwe informatie tot zich te nemen en te verwerken. Stel je dus eens voor de je een overactief reflex hebt die je constant verteld dat je niet veilig bent. Je bent altijd op je hoede, kan moeilijk ontspannen en functioneren en leren gaat maar moeizaam.
Aankomende week ga ik weer een aantal dagen op cursus, ditmaal om me te verdiepen in de Fear Paralysis Reflex. Om nog meer kennis te vergaren over dit angst- of veiligheidsreflex, zodat ik dit weer mee kan nemen in mijn praktijk en kinderen met onder andere verminderd zelfvertrouwen, (faal)angst of een laag zelfbeeld nog beter kan helpen. Want ik ben er inmiddels wel achter: er is op het gebied van ons lijf en brein en de samenwerking daartussen zo ontzettend veel te leren, alles weten zal waarschijnlijk een te hoog gegrepen doel zijn. Maar als ik daar stapje voor stapje toch bij in de buurt kan komen, word ik daar ook al heel erg blij van!