In deze blog lees je over het begrip ‘huilbaby’. Is dat eigenlijk wel de juiste term? En waarom huilt een baby eigenlijk? Met een huilbaby of een erg onrustige baby breekt een intensieve periode aan. Welk effect heeft dat op de ouders? En welk effect kan dit later nog hebben?
Want bestaat dé huilbaby wel? Wanneer heb je nou een huilbaby? De term huilbaby is ook eigenlijk wel een vreemd woord. Alsof de baby nergens last van heeft en kerngezond is, maar toch alleen maar kan huilen. Alsof het huilt zonder reden. Kan dat?
De algemene definitie van een huilbaby is als volgt: een baby die meer dan 3 uur per dag, voor minimaal 3 dagen per week, gedurende minimaal 3 weken lang (doordringend) jengelt of (ontroostbaar) huilt.
In mijn ogen is het huilen van je baby een probleem zodra jij als ouder of verzorger het huilen als een probleem ervaart. En dus hoeven we het huilen van een baby wat mij betreft niet te meten. Op het moment dat het huilen namelijk als een probleem wordt ervaren, is er vaak ook daadwerkelijk wel iets aan de hand. Onze intuïtie, ons onderbuikgevoel, geeft dit vaak wel goed aan. Een baby huilt namelijk niet voor niks. Het is zijn enige communicatiemiddel en door te huilen vertelt een baby jou dat er iets niet lekker zit. Baby’s huilen vaak om drie redenen of om een combinatie daarvan. Eén is om een fysiek ongemak, die kennen we allemaal wel. Honger, moe, vieze luier, bij je willen zijn. Twee is om iets dat de baby zelf nog te verwerken heeft, zoals bijvoorbeeld de bevalling. En drie is om iets dat niet van de baby zelf is, maar van een ander. Hierbij kan je denken aan het niet lekker in hun vel zitten van één van de ouders of bijvoorbeeld een heftige gebeurtenis rondom de zwangerschap op bevalling.
Maar wat nou als je je eigen baby niet kan troosten. De baby je maar blijft vertellen dat het zich niet lekker voelt en jij niet meer weet wat je moet doen? Vaak begint dan de zoektocht. Nog te vaak hoor ik het zinnetje: ‘Ach, baby’s huilen nou eenmaal. Dat wordt vanzelf beter.’ Ja en nee. Tuurlijk, wanneer een baby ouder wordt en het zich op een andere manier verstaanbaar kan maken, wordt het huilen zeker minder. Dan is huilen niet meer de enige optie. Maar zoals ik al eerder zei en zoals ik dat ook altijd aan de ouders in de praktijk benoem: Wanneer jullie ‘last’ of ongemak ervaren van het feit dat je baby (veel) huilt, dan is er iets aan de hand en dan moet en wil je daar wat mee. En dat heeft twee redenen. Eén is natuurlijk het welzijn van je baby. Je wil dat je kleintje zich lekker gaat voelen. Maar twee is ook zeker niet onbelangrijk, de ouders zelf namelijk. Want op het moment dat jullie als ouders stress ervaren van het gehuil van je kindje, daalt ook je eigen mate van welzijn. Voor de ouders niet fijn en tegelijkertijd heeft dit zijn weerslag op het kindje, het zogenaamde onzichtbare lijntje (de navelstreng) die tussen ouder en kind bestaat. Het kindje reageert weer op de gemoedstoestand van de ouders en zo ontstaat een cirkeltje.
Die onzichtbare navelstreng maakt een oerinstinct in ons los. We horen een huil en willen meteen troosten. Een heel gezond instinct. Op het moment dat troosten of handelen (zoals bijvoorbeeld het geven van een schone luier) niet het gewenste effect heeft, namelijk de baby stopt niet met huilen en we weten niet wat we als volgende moeten doen, ontstaat er stress in ons lijf. Zowel bij de baby als bij de ouders. Want hoe frustrerend is het als jouw kleintje je niet duidelijk kan maken waar het last van heeft? En misschien nog wel frustrerender is het niet kunnen troosten van je eigen kind. Het breekt je hart, er is een gevoel van onmacht wanneer je baby ontroostbaar is. Soms voelt het als falen of brengt het zelfs schaamte. ‘Ik kan niet eens voor mijn eigen kind zorgen. Wij zijn de enige met een baby die zoveel huilt.’ En de posts die op sociale media voorbij komen, verzachten die gedachtes natuurlijk ook niet altijd.
Vaak hoor je pas achteraf van ouders, vrienden, kennissen dat ze een huilbaby of onrustige baby hebben (gehad). Gelukkig worden ouders hier steeds opener in, omdat het steeds meer oké is om je te realiseren dat hulp vragen mag wanneer je het zelf even niet weet. Maar vaak willen we nog te graag zelf of alleen onze problemen oplossen. We hangen niet graag de vuile was buiten. Het is een beetje een taboe. En daar mogen we vanaf. Het is oké om hulp te vragen. En geloof me, ik schrijf dit niet omdat ik zelf altijd zo goed weet wat hulp vragen is. Maar in het geval van je baby, draai het om. Door hulp te vragen, geef je je baby eigenlijk een cadeautje. Want als ouders zie je het na het vragen van hulp vaak weer zitten, je voelt je beter en dat heeft meteen zijn weerslag op je kindje.
Afgelopen week las ik een artikel over een moeder met een zoon van inmiddels 7 jaar oud. Als baby had hij veel gehuild, de zogenaamde huilbaby. Een huilbaby is gekmakend, wordt vaak gezegd. En zo had zij het ook ervaren. Ook als ze niet bij hem was, hoorde ze zijn gehuil. Ook als hij sliep, hoorde ze zijn gehuil. Die periode voelde als een pikzwarte donderwolk. Voor ouders in dezelfde situatie zal dit herkenbaar zijn. Nu zeven jaar later is het een heerlijk kind dat zich goed ontwikkelt en zijn mannetje staat. En toch, hoewel het al zeven jaar geleden is, triggert nog altijd zijn gehuil of inmiddels zijn gemopper haar. Het wordt iets beter, maar toch slaat de paniek vaak weer toe wanneer haar zoon begint te mopperen. Het nadenken lukt minder goed, ze krijgt minder uit haar handen, het lijkt of ze een soort van bevriest.
Als ouder kan (met de nadruk op kán, dit hoeft zeer zeker niet altijd zo te zijn) je een soort ‘trauma’ overhouden aan de tijd dat je baby zo ontzettend veel huilde of zo ontzettend onrustig was. Een huilbaby triggert je interne stress-systeem, je oerinstinct. Ouders met een huilbaby horen de baby vaak nog huilen, zelfs als dat niet zo is. Wanneer ze ‘s avonds in bed liggen en zelfs wanneer ze helemaal niet in de buurt zijn, maar bijvoorbeeld even alleen in de supermarkt. Het zit diep, heel diep. Dat maakt ook dat veel ouders (en moeders vaak meer dan vaders) ander gehuil ook slecht trekken, zelfs jaren later. Huilen van kinderen van anderen, huilen van hun eigen andere kinderen. Huilen van het kindje dat ooit huilbaby was, maar nu al lang niet meer. Het huilen triggert opnieuw ons stress-systeem, de opgeslagen stress. Het roept dan ook vaak een extremere reactie op dan nodig is. Naar het kind toe of een reactie in jezelf, zoals het bevriezen van de moeder uit het artikel. Ook wanneer de moeder opnieuw zwanger wordt en dit kindje een hele blije baby blijkt te zijn, kan elk huiltje opnieuw de paniek doen toeslaan.
Met de jaren slijt het, de scherpe randjes gaan ervan af. Maar een trauma mag toch vaak, op welke manier dan ook, verwerkt worden. Soms lukt dit zelf of gaat dit zelfs vanzelf, maar zo niet dan mag en kan je hier ook zeker hulp bij vragen. Er zijn veel verschillende plekken waar je naartoe kan. Zo heeft de reguliere zorg bijvoorbeeld een praktijkondersteuner, een maatschappelijk werker of bijvoorbeeld verschillende therapieën. De alternatieve zorg biedt ook vele mogelijkheden en behandelaren om naartoe te gaan. Het is maar net wat bij jou als persoon past en waar je je goed bij voelt.
Ook reflexintegratie kan helpen bij traumaverwerking. Af en toe laat ik ouders de oefeningen ervaren die ze bij hun kind toepassen. ‘Voel maar eens wat het doet met je lijf.’ De beweging lijkt zo weinig, maar het doet zoveel. Reflexintegratie kan worden ingezet om je primaire systeem van vechten, vluchten of bevriezen een handje te helpen. Want dat is wat er gebeurd met een trauma. Je reflex gaat opnieuw aanstaan en bij een trigger raak je verstijft (niet meer functioneren bij het horen van gehuil), je loopt ervan weg (ik wil het niet horen) of je gaat ertegen in (die reactie die eigenlijk net wat te overdreven en niet nodig was). Door de ritmische bewegingen tijdens een behandeling mogen je lijf en brein er weer achter komen dat de opgeslagen stress van toen niet meer de stress van nu is en dat het je op dit moment meer kwaad dan goed doet. De stress heeft geen nuttige functie meer. Kortdurende stress is zinvol, langdurige stress maakt je ‘ziek’. Door de integratie zal het reflex van vechten, vluchten of bevriezen uitdoven en zullen je lijf en brein niet meer of minder getriggerd worden bij het horen van gehuil. Hierdoor is er meer ontspanning, voel je je als ouder beter met het gevolg dat je kindje ook lekkerder in zijn of haar vel zit. En zo is het cirkeltje weer rond!